Samenhuizen vzw

Voor wie is samenhuizen?

De brede waaier van types woongemeenschappen biedt een aantrekkelijk alternatief voor een ruim deel van de bevolking en voor allerhande doelgroepen. Voor al wie interesse heeft, is er wel een formule die een meerwaarde biedt, ongeacht leeftijd, gezinssamenstelling en andere factoren.

Uit peilingen blijkt dat er in Westerse landen zo'n 25 à 30% van de bevolking interesse heeft in 'gemeenschappelijk wonen'.
Mogelijks ben jij daar één van. Maar is 'samenhuizen' wel iets voor jou? Laten we even stilstaan bij de meerwaarden en de uitdagingen die 'gemeenschappelijk wonen' kenmerken.

Het individu in een gemeenschap

Men moet zich bewust zijn van het feit dat in een woongemeenschap het individu en de gemeenschap zelf een even centrale plaats innemen. Dat is soms even wennen. Het evenwicht tussen sociale interacties en respect voor de privacy is van belang.

Sta even stil bij jezelf. Het vraagt soms wat tijd om helder te krijgen wat je verlangt van je woonsituatie, en dat is zeker het geval als het gaat over gemeenschappelijk wonen als bijzondere woonvorm. Zoals we eerder zagen bestaat er een brede waaier aan mogelijkheden Als je nog niet zeker bent van je voorkeur is het aangewezen om in de eerste instantie als huurder in een samenhuisproject te stappen. Dat geeft je de ruimte om ervaring op te doen vooraleer je je in een project inkoopt.

→ Meerwaarden


Gemeenschappelijk wonen biedt zowel praktische, sociale, economische als ecologische meerwaarde, voor jou als persoon én voor onze maatschappij.

In onze, vrij toegankelijke, wegwijzers lichten we deze uitgebreid toe.
Zie sectie : 1.3 Meerwaarde van gemeenschappelijk wonen

1.3.1 - Praktische meerwaarde van GW (gemeenschappelijk wonen)
1.3.2 - Sociale en maatschappelijke meerwaarde van GW
1.3.3 - Financiële en economische meerwaarde van GW
1.3.4 - Duurzaamheid en ecologische meerwaarde van GW

→ Valkuilen


Er zijn echter ook een aantal valkuilen waar je rekening mee moet houden.

✔ Er zijn projecten die bewust kiezen voor een bepaalde strekking (filosofisch, godsdienstig, ecologisch,…)
en daar moet je je natuurlijk in kunnen vinden.
✔ Er wordt meer vergaderd, vermits er meer zaken zijn die gemeenschappelijk beslist worden. Dat vraagt een leerproces. Hoe groter de groep, hoe meer tijd er besteed zal worden aan communicatie en overleg.
✔ De confrontatie met andere waarden en normen is een uitdaging.
✔ De cohesie van de groep kan individueel anders aangevoeld worden: te sterk/te zwak.
✔ Soms wordt de nabijheid/sociale controle niet meer ervaren als bevordering van veiligheid, geborgenheid en steun, maar meer als een druk op de gedragingen van het individu en de relaties binnen het gezin.
✔ Om in een project gemeenschappelijk wonen te stappen heb je doorzettingsvermogen en geduld nodig.
Het duurt meestal een hele poos vooraleer het project daadwerkelijk van start gaat.

Veel van deze problemen kunnen vermeden worden door goed stil te staan bij je wensen. Onderzoek goed welke woonvormen er bestaan en doe je eerste ervaring op. Samenhuizen vzw organiseert jaarlijks heel wat activiteiten die erop gericht zijn deze kennismaking met projecten en andere geïnteresseerden te faciliteren. Ook kan je beroep doen op de vele begeleiders die klaarstaan om groepen te ondersteunen bij de realisatie van hun woonproject.

Doelgroepen in gemeenschappelijk wonen

De sociale meerwaarde van samenhuizen gaat om meer dan de gezelligheid. Veel projecten streven naar diversiteit. Net de verschillen in leeftijd, afkomst, talenten en capaciteiten van de bewoners maken de groep interessant. We maken samen de beslissingen over ons project (in zelfbeheer) en streven zo naar inclusie.

Andere projecten kiezen net om lotsgenoten te verbinden. Zo kunnen ze samen in hun collectieve (zorg)behoeftes voorzien. Beide opties tonen het potentieel van samenhuizen in het streven naar de deïnstitutionalisering van de zorg in onze samenleving.

In de, vrij toegankelijke, wegwijzers schijnen we licht op enkele doelgroepen.
Zie sectie : 1.5 Doelgroepen in gemeenschappelijk wonen

1.5.1 - Bijzondere doelgroepen in GW (gemeenschappelijk wonen)
1.5.2 - Senioren in GW
1.5.3 - Kwestbaren in GW: armoede(risico), isolement, vluchtelingen
1.5.4 - Mensen met een beperking in GW

→ Laag inkomen


Net zoals degelijk onderwijs, een veilige leefomgeving of goede gezondheidszorg mag een weldoende manier van wonen niet voorbehouden zijn voor meer kapitaalkrachtige personen en families. De meerderheid van de projecten wenst voor hun groep een diversiteit in de inkomenscategorieën, maar dat is een uitdaging.

In aanvang is een woongemeenschap immers niet goedkoper dan particulier wonen, het kan wel snel goedkoper worden omwille van het delen van materialen en inzet. De verwachtingen zijn dat van zodra het concept algemeen ingang vindt, zodra vb. ook de sociale woningbouw mee stapt in de evolutie, woongemeenschappen ook mogelijk zullen worden voor mensen met een minder dan gemiddeld inkomen. Er zijn al experimenten gaande bij vb. SHM De Ark in Turnhout en De Ideale Woning in Antwerpen.

In sommige projecten wordt er al van bij aanvang naar oplossingen gezocht zoals vb. het minder bijdragen in de aankoop in ruil voor een concrete opdracht tijdens de bouwfase en daarna (bouwopzichter, tuinman, …). Hier bestaan geen algemene regels voor, elk project maakt voor zich uit of en op welke manier ze de woongemeenschap toegankelijk maken voor een lagere inkomenscategorie.

→ Sociale huisvesting


Onze huisvestingsmaatschappijen zijn nog helemaal niet vertrouwd met het concept van gemeenschappelijk wonen. Op dat vlak is er nog veel sensibiliseringswerk te doen. De belangrijkste knelpunten op dit ogenblik zijn (studie Abbeyfield, 2002):

Niet alle inkomenscategorieën hebben toegang tot sociale woningen. Daardoor wordt het voor sommige initiatiefgroepen met leden die buiten deze categorie vallen onmogelijk om binnen dit kader hun project te realiseren.

De bewuste keuze om samen in een aantal gegroepeerde woonsten te gaan leven is in strijd met het systeem van toewijzing volgens chronologie van een wachtlijst. Ook het selecteren van nieuwe bewoners door de groep zelf wordt hierdoor onmogelijk.

Woonsten in een woongemeenschap zijn doorgaans kleiner dan doorsnee, dit wordt gecompenseerd door de beschikbaarheid van gemeenschappelijke ruimtes. De normen van sociale woningbouw zijn hier niet op voorzien en de individuele woonsten voldoen bijgevolg niet aan deze vereisten (*). De financiering voor woningbouw is gereglementeerd maar houdt (nog) geen rekening met een financieringswijze voor gemeenschappelijke ruimtes, deze vallen buiten de gewone investeringssubsidie.

Gesubsidieerde middelen die besteed zouden worden aan woonzorgprojecten kunnen gezien worden als afwending van middelen van wonen naar welzijn. Op dit moment kan je als sociale huisvestingsmaatschappij moeilijk subsidies verkrijgen voor wonen voor ouderen, dit is onlogisch gezien de vergrijzing van de bevolking.

*In 2016 kwam de overheid met een ‘Proefomgeving voor experimentele woonvormen’ die o.a. deze aspecten versoepelde i.f.v. het leren erover. De proefomgeving zal potentieel verlengd worden.

→ Zorgbehoefte


Voor wat zorgaanbod betreft binnen een gemeenschapsvorm aan maatschappelijk kwetsbare personen moet er een onderscheid gemaakt worden tussen twee situaties: opvang door instellingen (organisaties) en opvang door een woongemeenschap (particulieren).

In de sector van zorg voor mensen met een beperking, met een psychiatrische problematiek, opvang van daklozen,.. is er een streven naar vermaatschappelijking van de zorg en van het woon- en verblijfsaanbod. Grote instellingen evolueerden reeds naar kleinschalige projecten van beschut en begeleid wonen. Er is nu een verdere evolutie naar woonvormen met een bewonersmix en naar integratie met gewone buurten.

Net zoals in de zorg voor ouderen en jongeren komen er steeds meer projecten, die voor diverse doelgroepen uitreiken naar een natuurlijke sociale omgeving. We denken aan gezinsvervangende tehuizen, pleegopvang in families en gemengde woonvormen (Oikonde, Bethanie,…). Particulieren gaan in op deze groeiende vraag, zij slaan de brug van op de andere oever. Voor hen betekent dit echter een grote investering van tijd en toewijding, hetgeen in onze maatschappelijke context steeds moeilijker wordt.

Woongemeenschappen staan er doorgaans beter voor dan particulieren om een zorgaanbod te doen. De zorg en opvang wordt gedragen door een groep gezinnen en/of alleenstaanden. Dit vraagt een inspanning van de bewoners bij de opstart. Eén of meerdere woonsten worden mogelijks gefinancierd door de groep om deze te verhuren of ter beschikking te stellen aan mensen met een zorgbehoefte.

Soms kan een organisatie uit caritatieve of sociaal geëngageerde hoek bijdragen aan de realisatie hiervan (bv. Oak Tree Projects), soms kan een samenwerking opgezet worden met erkende structuren of wordt een vorm van financiële steun toegekend. De natuurlijke steun die voortvloeit uit een dragend sociaal netwerk vertegenwoordigt hier de meerwaarde voor de kwetsbare persoon of gezin in kwestie. Professionele hulp wordt, indien nodig, parallel aangeboden vanuit een gespecialiseerde dienst.


In de volgende rubriek reiken we je de wegwijzers aan. Met deze wegwijzers willen we je op pad zetten naar gemeenschappelijk wonen.
De wegwijzers vormen de vernieuwde publicatie ter vervanging van onze eerdere 'startgidsden'.