Verhalen

SAMENHUISVERHAAL | Onze kinderen zijn soms beter georganiseerd als wij.

Isabelle
Geplaatst op  

19/12/2016

19/12/2016 - verhalen uit het archief

Op de koffie bij... Koenraad Depauw

Hoe is dat nu eigenlijk, met kinderen in een cohousing wonen? Waarom zou je er wel of niet aan beginnen? Samenhuizen vzw zocht het voor je uit. Op een zonnige dag begin september reisden we af naar Cohousing Vinderhoute om op de koffie te gaan bij Koenraad Depauw, vader van Jolan en Ana en partner van Katrijn Zaman.

Cohousing kinderen zijn meer zoals broer en zus dan buren

Koenraad: “Het is zeker anders om als gezin in een cohousing te wonen dan in een “gewoon” huis. Een voordeel is dat kinderen veel vriendjes hebben, meer dan in een doorsnee buurt. Ze kunnen die vriendjes ook spontaan en zelfstandig opzoeken, wat in een gewone buurt vaak vanwege o.a. verkeersveiligheid minder vanzelfsprekend is. Ook gaan de kinderen nauwer met elkaar om, ze zijn meer zoals broers en zussen. 

In het begin was het niet gemakkelijk. Net na de verhuizing (van een “gewoon” huis naar de cohousing, red.) had vooral Jolan het moeilijker. Hij heeft echt zijn plaats moeten zoeken in de groep. Dit is normaal; alle kinderen moeten zo’n proces doorlopen. Kinderen kunnen ook hard zijn onderling, het is een beetje zoals in een wolvenroedel, er is een rangorde. Ondertussen voelt Jolan zich wel thuis in de groep. 

Op de roze wolk

Hoe heeft het wonen in een cohousing jullie gezin beïnvloed?

Het heeft ons gezin meer opengesteld. De beginfase van dit cohousingproject was erg intensief. Als startgroep heeft het ons bloed, zweet en tranen gekost om dit project op poten te zetten. Daarom zaten we de eerste drie jaar dat we hier woonden een beetje op een “roze wolk”: er lag veel nadruk op activiteiten als groep en veel minder als gezin. Na de eerste drie jaar veranderde dit: de groep waardeer ik nog steeds zeer, maar mijn gezin komt op de eerste plaats. 

32 kinderen wonen er in totaal in Cohousing Vinderhoute. Hoe wordt er omgegaan met de grote groep kinderen? Wie mag hen corrigeren in hun gedrag?

We hebben veel hierover gediscussieerd als groep. We hebben niet geprobeerd om tot één opvoedstijl te komen - dat lijkt mij ook onmogelijk. Wel hebben we een aantal principes vastgelegd. Iedere vader of moeder mag de kinderen aanspreken op hun gedrag (ook als dat niet zijn / haar eigen kinderen zijn). Als ik bijvoorbeeld zie dat een ander kind iets uitspookt, dan wordt er verwacht dat ik het kind daarover aanspreek. Soms stuit je wel op de verschillen in opvoedstijl. Het drinken van cola is zo’n punt. Sommige kinderen mogen van hun ouders geen cola drinken, anderen weer wel. De kinderen gaan hier eigenlijk heel gemakkelijk mee om en weten dat ze bij sommige ouders niet om cola hoeven te vragen. 
Na een paar jaar zijn we tegen onze eerste opvoedingsuitdaging aangelopen. We merkten dat we als groep niet krachtig genoeg tegen kattenkwaad konden reageren. In de cohousing is er een relatief grote groep jongens van acht tot elf jaar oud - meestal zijn dat hele brave jongens, maar niet altijd. We straalden te weinig gezag uit. De kinderen spraken vaak in een “wij”-vorm, als één georganiseerde groep. Voor de ouders was dat veel minder het geval, wij gaven individuele boodschappen vanuit de “ik”-vorm. Daaraan merkten we dat onze kinderen eigenlijk beter georganiseerd zijn dan wij als ouders. Nu brengen we alles vanuit de “wij”-vorm: “wij vinden dat dit niet mag”. En dat heeft gewerkt. 

Hoe voorkom je een isolement, dat de cohousing een soort eiland wordt? Hoe zorg je voor voldoende interactie met de omliggende buurt?

Iedereen in de buurt kent de cohousing. De kinderen uit de buurt komen regelmatig hier spelen. Ik merkte dat het voor mijn zoon ook heel belangrijk is om vrienden te hebben buiten de cohousing. Binnen een groep kinderen kan het spelen soms eenzijdig zijn. In  de cohousing bijvoorbeeld was voetbal een tijdlang het favoriete spel, maar mijn zoon voetbalde toen niet graag. Het is daarom fijn dat hij ook vrienden buiten de cohousing heeft. 

Geen slappe koffie

Zijn er ook nadelen aan wonen in een cohousing met kinderen?

De voordelen wegen natuurlijk op tegen de nadelen wat mij betreft, maar een van de nadelen is dat je veel moet communiceren. Het is soms al niet gemakkelijk om  afspraken te maken binnen een gezin, laat staan binnen een groep van dertig ouders. Goede communicatievaardigheden zijn dus onmisbaar. Iemand die bijvoorbeeld altijd agressief communiceert, dat werkt niet binnen een cohousing. Natuurlijk heb je altijd wel te maken met verschillende karakters: temperamentvolle of emotionele mensen of juist het tegenovergestelde daarvan. Het helpt daarom als je over een groot empathisch vermogen beschikt en goed kunt luisteren. 

Soms zijn er conflicten, over het opruimen van het gemeenschappelijk speelgoed bijvoorbeeld. Inmiddels zijn daar concrete afspraken over gemaakt. Als kinderen speelgoed gebruiken, moeten ze het terugzetten. Er is ook een beurtrollensysteem waarbij elke week twee kinderen verantwoordelijk zijn voor het opruimen van al het speelgoed dat niet is opgeruimd. Dit systeem werkt redelijk goed - maar niet perfect. In een cohousing is het handig om te leren tevreden te zijn als 80% van de afspraken nageleefd wordt. 

Hoe lossen jullie conflicten op? Hebben jullie vaste overlegmomenten?

We hebben vaste teams voor bepaalde zaken. De zorg rond gemeenschappelijk speelgoed wordt bijvoorbeeld behandeld door team sociaal. Soms worden er in geval van discussie ook avonden georganiseerd om over de kinderen te praten. Nog veel belangrijker is het samen eten. Dat doen we twee keer per week. En op die momenten komen ergernissen of andere zaken spontaan boven. Hierdoor worden de meeste conflicten al opgelost voor het echt conflicten zijn geworden. 

Hoe zorg je ervoor alle bewoners - mensen zonder kinderen incluis - zich thuis voelen in de cohousing?

Niet alles staat hier in het teken van de kinderen. Er zijn activiteiten enkel voor volwassenen, yoga en de werkdagen (dagen waarop er karweitjes worden opgeknapt, red.) bijvoorbeeld. Ook veel spontane activiteiten zijn enkel voor volwassenen.
In cohousings is het belangrijk om voldoende gemeenschappelijke ruimte te hebben. Kinderen zijn van nature dominant in de manier waarop ze ruimte innemen met hun speelgoed of geluid. Daarom hebben wij ook gemeenschappelijke ruimtes waar geen kinderen mogen komen of waar ze alleen onder begeleiding mogen komen. 

“Soms lachen we natuurlijk wel om alle verschillen, maar respect hiervoor is dé basis van samenleven”


Er zijn ook duidelijke afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat iedereen zich thuis voelt. Zo mag er tijdens de gemeenschappelijke maaltijden niet geroepen worden. De speelkamer is goed geïsoleerd - daar mogen de kinderen al eens uit hun bol gaan -  maar de maaltijden moeten een moment van rust zijn. Vroeger was dit niet zo, waardoor sommige mensen minder zin hadden om samen te eten. Dus het is zeker belangrijk om de kinderen op hun plaats te wijzen.
Ik denk dat het in een cohousing extra belangrijk is om respect te hebben voor andere meningen, visies en opvoedstijlen. Soms lachen we natuurlijk wel een keer om alle verschillen, maar respect hiervoor is dè basis van samenleven. Als je dat niet kunt opbrengen, dan is een cohousing niets voor jou.