Verhalen
SAMENHUISVERHAAL | Niet meer 'de patiënt', maar gewoon één van de bewoners.
Geplaatst op
01/06/2017
01/06/2017 - verhalen uit het archief
Op de koffie bij... het Project Samenhuizen
Mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek die in hartje Brussel samenwonen met senioren en starters in een gemeenschappelijk woonproject, het gebeurt al in het Project Samenhuizen. En volgens de bewoners is het een formule die werkt: “Ik woon hier doodgraag, ik wil hier nooit meer weg!”
Op de koffie bij... het Project Samenhuizen
Mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek die in hartje Brussel samenwonen met senioren en starters in een gemeenschappelijk woonproject, het gebeurt al in het Project Samenhuizen. En volgens de bewoners is het een formule die werkt: “Ik woon hier doodgraag, ik wil hier nooit meer weg!”
Op de Samenhuizendag '17 was het zover, het Project Samenhuizen stelde voor de eerste keer haar deuren open voor het publiek, net als ongeveer 45 andere gemeenschappelijke woonprojecten in Vlaanderen en Brussel. Wat maakt dit woonproject bijzonder? De bewoners in de eerste plaats: hier wonen mensen zonder beperking en ouderen samen met personen met een specifieke zorgvraag - mensen met het syndroom van Korsakov (een geheugenstoornis), een mentale beperking of psychiatrische problematiek.
Wonen vlakbij Manneke Pis
Het Project Samenhuizen ligt in de Cellebroersstraat in het centrum van Brussel, vlakbij de Grote Markt. Via de schoolpoort van de voormalige Sint-Joris humaniora kom je in de tuin van het Project Samenhuizen. Bewoners Petra en Dirk staan me er al op te wachten. Ze zijn duidelijk fier om hun thuis te tonen: “Ik woon hier heel graag, zo vlakbij Manneke Pis. Hier in de tuin is het kippenhok, kom je ook binnen kijken?”
Hoewel de naam van het project tot verwarring kan leiden, staat het woonproject los van Samenhuizen vzw, de organisatie die in Vlaanderen en Brussel gemeenschappelijk wonen promoot. Het Project Samenhuizen kwam er op het initiatief van het Kenniscentrum WWZ (Welzijn, Wonen en Zorg). Medewerker collectieve woonvormen Luc Lampaert licht toe: “Mensen met een beperking krijgen vaak weinig keuze en voor personen met specifieke noden is er geen afdoend aanbod.”
“Mensen met een beperking krijgen weinig keuze”
De proeftuin “Woonzorg in de geestelijke gezondheidszorg” van de Vlaamse overheid creëerde een regelluwe ruimte om te experimenteren met flexibele woonzorgvormen voor chronisch psychiatrische patiënten. Eind 2015 werd de aanvraag erkend. In dezelfde periode namen de bewoners - zeventien in totaal - hun intrek in het project.
Ondertussen zijn we anderhalf jaar verder. Hoe bevalt het de bewoners tot nu toe? Martine (60 jaar) is alvast blij dat ze niet meer in een psychiatrische kliniek in Bierbeek woont: “Ik werd daar heel goed geholpen, maar het blijft een kliniek, alles is er strak geregeld. Om dat uur koffie, om dat uur eten, een vast menu… Hier ben ik veel vrijer, ik heb hier opnieuw mijn eigen leven.”
Elke dag pizza?
Petra (32) woonde zestien jaar in dezelfde kliniek als Martine. Ook zij is tevreden met haar nieuwe leven in Brussel: “Dit was mijn laatste kans om alleen te wonen. Ik heb vol ongeduld gewacht op een plaats waar ik kan wonen met ondersteuning en was dolblij dat ik mocht verhuizen. In Bierbeek zit je wat opgesloten, al wil ik soms wel terug naar mijn kameraden en begeleider. Hier mag ik elke dag een halfuur alleen naar buiten.”
“Hoeveel vrijheid heb jij hier eigenlijk echt? Mag je elke dag bijvoorbeeld zelf kiezen wat je eet of koopt?”, vraagt een van de Samenhuizendag-bezoekers. Petra schudt haar hoofd: “Nee, want dan zou ik elke dag pizza eten. Dat is mijn lievelingseten, maar ik ben op dieet. Als we naar buiten gaan, krijg ik twee euro zakgeld. Ik vind dat trouwens veel te weinig.”
“Hoeveel vrijheid heb jij hier eigenlijk echt? Mag je elke dag bijvoorbeeld zelf kiezen wat je eet of koopt?”, vraagt een van de Samenhuizendag-bezoekers. Petra schudt haar hoofd: “Nee, want dan zou ik elke dag pizza eten. Dat is mijn lievelingseten, maar ik ben op dieet. Als we naar buiten gaan, krijg ik twee euro zakgeld. Ik vind dat trouwens veel te weinig.”
Begeleiding en goed nabuurschap essentieel
Dirk (32) komt uit Meise en woonde voorheen bij zijn ouders en later in een beschut wonenproject met 32 andere mensen. “Toen ze me vertelden dat ik hier kon komen wonen, zag ik dat wel zitten, want het is hier rustiger. Soms mis ik de groep wel, maar hier heb ik ook al vrienden, zoals Petra.”
De begeleiding van de bewoners met een beperking wordt verzorgd door twee vzw’s; De Lork en De Lariks. Dirk legt verder uit: “Er wonen hier enkel mensen met een niet al te zware problematiek en het is de bedoeling dat we zoveel mogelijk zelfstandig zijn. Soms heb ik hulp nodig, bijvoorbeeld bij het doen van de was of betalen in de winkel. Ik kan altijd terecht bij mijn tutor Fien of bij een van de andere begeleiders, er is 24 uur per dag iemand aanwezig.”
Van de bewoners zonder beperking wordt goed nabuurschap verwacht. Thomas (27) en Linde (26) vertellen er meer over terwijl ze de Samenhuizendag-bezoekers trots rondleiden in hun appartement. Omdat het koppel direct naast de inkom woont, springt er vaak iemand binnen voor een praatje. “Wij zijn geen hulpverleners, wij zijn gewoon buren. Ik heb hier nooit het gevoel dat ik in een instelling woon. Ik vind het fijn dat wij iets bij kunnen dragen, zonder heel veel speciaals te doen”, zegt Thomas. Linde vult aan: “Die contacten onderling - een praatje maken, samen koken of op café gaan op vrijdagavond - daar gaat het om. Die verbondenheid.”
De begeleiding van de bewoners met een beperking wordt verzorgd door twee vzw’s; De Lork en De Lariks. Dirk legt verder uit: “Er wonen hier enkel mensen met een niet al te zware problematiek en het is de bedoeling dat we zoveel mogelijk zelfstandig zijn. Soms heb ik hulp nodig, bijvoorbeeld bij het doen van de was of betalen in de winkel. Ik kan altijd terecht bij mijn tutor Fien of bij een van de andere begeleiders, er is 24 uur per dag iemand aanwezig.”
Van de bewoners zonder beperking wordt goed nabuurschap verwacht. Thomas (27) en Linde (26) vertellen er meer over terwijl ze de Samenhuizendag-bezoekers trots rondleiden in hun appartement. Omdat het koppel direct naast de inkom woont, springt er vaak iemand binnen voor een praatje. “Wij zijn geen hulpverleners, wij zijn gewoon buren. Ik heb hier nooit het gevoel dat ik in een instelling woon. Ik vind het fijn dat wij iets bij kunnen dragen, zonder heel veel speciaals te doen”, zegt Thomas. Linde vult aan: “Die contacten onderling - een praatje maken, samen koken of op café gaan op vrijdagavond - daar gaat het om. Die verbondenheid.”
“We verschillen al bij al niet zo erg van elkaar”
Verfrissend - zo omschrijft het koppel hun woonervaring in Project Samenhuizen. Linde: “Het is fijn om hier samen te wonen met mensen die met heel andere dingen bezig zijn dan wij, in onze job of ons wereldje.” Thomas valt haar bij: “Ik kom hier in contact met een deel van de samenleving dat ik anders niet zou kennen. Dat leert je relativeren en anders kijken naar je eigen zorgen en probleempjes. Je hoeft geen heel bijzonder persoon te zijn om hieraan te kunnen deelnemen. Je leeft gewoon samen met mensen, we verschillen al bij al niet zo erg van elkaar.”
Samenwonen kan ook heel handig zijn, zo blijkt uit het verhaal van Pia (77): “Soms heb ik wat problemen met mijn tablet. Dan ga ik even langs bij Dirk, die is daar heel handig mee.” Pia is een van de oudere bewoners van Project Samenhuizen. “Het is heel nieuw voor mij om samen te wonen met mensen met een beperking. In het begin was het even wennen, er is hier soms veel drukte en lawaai. Er is hier ook veel warmte; knuffels en omhelzingen. Ik moest er even aan wennen, maar het bevalt me goed.”
Dit 'samenhuisverhaal' is geschreven in 2017 en komt uit het samenhuizen archief.