Blogs
ONDERZOEK I Collectieve woonprojecten in Brussel
Geplaatst op
26/01/2023
Luc Lampaert en Lieselot Degraeve van Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg schreven dit artikel origineel voor Sociaal.net.
De foto bovenaan dit artikel werd gemaakt door Pedro Correa in opdracht van perspective.brussels
De andere beelden zijn mee overgenomen vanop Sociaal.net.
De foto bovenaan dit artikel werd gemaakt door Pedro Correa in opdracht van perspective.brussels
De andere beelden zijn mee overgenomen vanop Sociaal.net.
In collectieve woonvormen helpen mensen elkaar
Collectieve woonprojecten zijn in opmars. Jonge gezinnen wonen er samen met zorgbehoevende ouderen of mensen met een beperking. Het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg schetst die evolutie in Brussel.
Onaangepast woonbeleid
In 2021 stonden meer dan 49.000 Brusselse gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning. Dat komt neer op 130.000 mensen, ofwel zo’n 10 procent van de Brusselse bevolking. Woningen op de private huurmarkt worden steeds duurder, zeker in verhouding tot het beschikbare inkomen van mensen. Dat treft niet alleen financieel kwetsbare mensen, ook middenklassers hebben steeds minder mogelijkheden.
Bovendien vinden mensen met specifieke noden vaak moeilijk een aangepaste woning, bijvoorbeeld zorgbehoevende ouderen, mensen met een beperking, grote gezinnen of studenten. Sommigen worden bovendien gediscrimineerd als gevolg van geslacht, herkomst of beperking.
Bovendien vinden mensen met specifieke noden vaak moeilijk een aangepaste woning, bijvoorbeeld zorgbehoevende ouderen, mensen met een beperking, grote gezinnen of studenten. Sommigen worden bovendien gediscrimineerd als gevolg van geslacht, herkomst of beperking.
Kwaliteit en solidariteit
Het gevolg is dat steeds meer mensen een woning kiezen die niet beantwoordt aan hun persoonlijke of familiale behoeften. Vaak gaat het om woningen van minder goede kwaliteit, met bijvoorbeeld slechte isolatie of vochtproblemen.
Omdat klassieke vormen van wonen niet meer voor iedereen een goede thuis bieden, groeit de belangstelling voor collectieve woonprojecten met sociaal oogmerk, zowel bij overheid, middenveld als burgers. Deze woonvorm speelt in op de veranderende noden op de woningmarkt en combineert betaalbaarheid, kwaliteit en solidariteit.
Omdat klassieke vormen van wonen niet meer voor iedereen een goede thuis bieden, groeit de belangstelling voor collectieve woonprojecten met sociaal oogmerk, zowel bij overheid, middenveld als burgers. Deze woonvorm speelt in op de veranderende noden op de woningmarkt en combineert betaalbaarheid, kwaliteit en solidariteit.
Wat is een collectief woonproject?
De voorbije jaren kwamen ontstonden in Brussel heel wat collectieve woonprojecten. Verschillende organisaties namen deze initiatieven onder de loep.
Het expertisecentrum perspective.brussels, het Observatorium voor gezondheid en welzijn van Brussel, het Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie en het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg onderzochten elf collectieve woonprojecten en brachten daarover een rapport uit.
Vaststelling? Er is tussen al die woonprojecten veel verschil qua doelgroep, ontstaansreden en ruimtelijke context. Toch zijn er een aantal kenmerken die collectieve woonprojecten met elkaar delen.
In een collectief woonproject is er altijd iets gemeenschappelijks tussen de bewoners. In de eerste plaats zijn er gedeelde ruimtes. Die kunnen beperkt zijn tot een gang, een tuin of washok, maar soms worden ook een leefruimte, keuken of een extra badkamer gedeeld. In het ene project worden er al meer ruimtes gedeeld dan bij het andere, maar er is altijd minstens één gemeenschappelijke ruimte.
Hoe meer gedeelde ruimtes er zijn, hoe intenser het samenleven vaak is. Natuurlijk heeft elke bewoner zijn eigen plek. Dat kan een kamer of studio zijn, een appartement of zelfs een huis op een gedeelde grond.
Het expertisecentrum perspective.brussels, het Observatorium voor gezondheid en welzijn van Brussel, het Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie en het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg onderzochten elf collectieve woonprojecten en brachten daarover een rapport uit.
Vaststelling? Er is tussen al die woonprojecten veel verschil qua doelgroep, ontstaansreden en ruimtelijke context. Toch zijn er een aantal kenmerken die collectieve woonprojecten met elkaar delen.
In een collectief woonproject is er altijd iets gemeenschappelijks tussen de bewoners. In de eerste plaats zijn er gedeelde ruimtes. Die kunnen beperkt zijn tot een gang, een tuin of washok, maar soms worden ook een leefruimte, keuken of een extra badkamer gedeeld. In het ene project worden er al meer ruimtes gedeeld dan bij het andere, maar er is altijd minstens één gemeenschappelijke ruimte.
Hoe meer gedeelde ruimtes er zijn, hoe intenser het samenleven vaak is. Natuurlijk heeft elke bewoner zijn eigen plek. Dat kan een kamer of studio zijn, een appartement of zelfs een huis op een gedeelde grond.
Sociale dimensie van wonen
Het collectieve gaat verder dan ruimtes delen en heeft vooral een sociale dimensie. Bewoners voelen zich verbonden met elkaar omdat ze dezelfde behoeftes hebben, bijvoorbeeld alleenstaande ouders die steun vinden bij elkaar of personen met een handicap met dezelfde ondersteuningsnood.
Fami-Home huisvest per locatie bijvoorbeeld vier tot zes ex-daklozen in enkele gemeenschapshuizen. In de Abbeyfieldhuizen wonen acht tot twaalf ouderen samen en in Maison Biloba Huis in Schaarbeek delen vijftien ouderen een gedeelde binnenkoer, leefruimte en keuken.
Voor Thérèse, bewoonster van dat Maison Biloba Huis, is deze woonsituatie ideaal omdat ze niet alleen hoeft te wonen. “Biloba is als familie voor mij. Als je helemaal alleen bent en je hebt problemen, geraak je niet ver. Ik heb graag veel mensen rondom mij. Hier zijn we solidair en kunnen we op elkaar rekenen. Iedereen draagt zijn steentje bij.”
Fami-Home huisvest per locatie bijvoorbeeld vier tot zes ex-daklozen in enkele gemeenschapshuizen. In de Abbeyfieldhuizen wonen acht tot twaalf ouderen samen en in Maison Biloba Huis in Schaarbeek delen vijftien ouderen een gedeelde binnenkoer, leefruimte en keuken.
Voor Thérèse, bewoonster van dat Maison Biloba Huis, is deze woonsituatie ideaal omdat ze niet alleen hoeft te wonen. “Biloba is als familie voor mij. Als je helemaal alleen bent en je hebt problemen, geraak je niet ver. Ik heb graag veel mensen rondom mij. Hier zijn we solidair en kunnen we op elkaar rekenen. Iedereen draagt zijn steentje bij.”
Doelgroepen bij elkaar
Deze drie woonprojecten zijn elk gericht op een specifieke doelgroep. Dat is niet altijd zo: vanuit een inclusieve benadering delen verschillende doelgroepen soms ook dezelfde collectieve woning. Dat gebeurt steeds meer.
In het doorstromingshuis van Pleegzorg wonen drie jongeren met een autismespectrumstoornis samen met twee inwonende vrijwilligers die hen bijstaan in het zelfstandig leren leven. Ook in Casa Viva, Kangoeroewoningen en Campine wonen verschillende doelgroepen en generaties bij elkaar.
In het doorstromingshuis van Pleegzorg wonen drie jongeren met een autismespectrumstoornis samen met twee inwonende vrijwilligers die hen bijstaan in het zelfstandig leren leven. Ook in Casa Viva, Kangoeroewoningen en Campine wonen verschillende doelgroepen en generaties bij elkaar.
Bij elkaar op de deur kloppen
De sociale dimensie krijgt vorm in wederzijdse solidariteit en vertrouwen onder bewoners. Mensen helpen elkaar bij dagtaken, geven elkaar steun en leven met elkaar mee. Deze solidariteit doorbreekt het sociaal isolement, vermindert de kans op eenzaamheid en creëert banden tussen bewoners.
Bovendien is er in sommige projecten een informeel zorgaspect, bijvoorbeeld wanneer ouderen af en toe beroep doen op hun jongere buren. Een solidair woonproject is een plek waar bewoners zich veilig, gesteund en gewaardeerd voelen, en waar aandacht is voor de individuele gezondheid en welzijn.
Thibaut woont al vijf jaar in Jangada, nog zo’n project waar gezinnen, alleenstaanden, studenten en mensen met een handicap samenwonen. “Bij Jangada voel ik mij nooit alleen. Er is een open sfeer van wederzijds vertrouwen. Als we iemand of iets nodig hebben, kloppen we bij de ene of andere buur aan de deur.”
Om het samenleven te bevorderen, doen bewoners vaak activiteiten samen. Ze staan bijvoorbeeld samen in voor het huishouden, maar soms is er ook een filmavond, gaan mensen een weekendje weg of is er een feestje wanneer iemand jarig is. Vaak zijn er polyvalente ruimtes die de buurt kan gebruiken.
Bovendien is er in sommige projecten een informeel zorgaspect, bijvoorbeeld wanneer ouderen af en toe beroep doen op hun jongere buren. Een solidair woonproject is een plek waar bewoners zich veilig, gesteund en gewaardeerd voelen, en waar aandacht is voor de individuele gezondheid en welzijn.
Thibaut woont al vijf jaar in Jangada, nog zo’n project waar gezinnen, alleenstaanden, studenten en mensen met een handicap samenwonen. “Bij Jangada voel ik mij nooit alleen. Er is een open sfeer van wederzijds vertrouwen. Als we iemand of iets nodig hebben, kloppen we bij de ene of andere buur aan de deur.”
Om het samenleven te bevorderen, doen bewoners vaak activiteiten samen. Ze staan bijvoorbeeld samen in voor het huishouden, maar soms is er ook een filmavond, gaan mensen een weekendje weg of is er een feestje wanneer iemand jarig is. Vaak zijn er polyvalente ruimtes die de buurt kan gebruiken.
Het beste van drie werelden
In september 2021 opende Calico in Vorst. Een van de partners is Angela.D, een organisatie die zich inzet voor huisvesting van vrouwen die leven in een precaire situatie.
Alleenstaande moeder Katrien woont in dit project. “Ik vond heel moeilijk een betaalbare woning. Ik had al langer de wens om een huis of gebouw te delen met andere mama’s met dezelfde noden als ik. Na een moeizame zoektocht gaf het mij rust om op een goede plek te wonen. De appartementen zijn in orde en het feit dat we onze buren goed kennen, geeft een veilig gevoel. Als mijn kinderen alleen thuis zijn, kunnen ze bij de buurvrouw aankloppen voor hulp.”
Het feit dat de woningen van goede kwaliteit zijn met voldoende ruimte, draagt bij aan het welzijn en de gezondheid van bewoners. Vaak gaat het om recente of gerenoveerde gebouwen met kwalitatieve materialen, goede isolatie en luchtcirculatie.
Collectieve woonvormen met sociaal oogmerk combineren het beste van drie werelden. De solidariteit en samenhorigheid van collectieve huisvesting gaat gepaard met de kwaliteit en ruimte die we doorgaans in private huisvesting vinden, aan een betaalbare prijs zoals in sociale huisvesting.
Alleenstaande moeder Katrien woont in dit project. “Ik vond heel moeilijk een betaalbare woning. Ik had al langer de wens om een huis of gebouw te delen met andere mama’s met dezelfde noden als ik. Na een moeizame zoektocht gaf het mij rust om op een goede plek te wonen. De appartementen zijn in orde en het feit dat we onze buren goed kennen, geeft een veilig gevoel. Als mijn kinderen alleen thuis zijn, kunnen ze bij de buurvrouw aankloppen voor hulp.”
Het feit dat de woningen van goede kwaliteit zijn met voldoende ruimte, draagt bij aan het welzijn en de gezondheid van bewoners. Vaak gaat het om recente of gerenoveerde gebouwen met kwalitatieve materialen, goede isolatie en luchtcirculatie.
Collectieve woonvormen met sociaal oogmerk combineren het beste van drie werelden. De solidariteit en samenhorigheid van collectieve huisvesting gaat gepaard met de kwaliteit en ruimte die we doorgaans in private huisvesting vinden, aan een betaalbare prijs zoals in sociale huisvesting.
Begeleiding is een troef
Om het samenleven in goede banen te leiden, is er in veel projecten in de beginfase groepsbegeleiding. Tijdens de begeleidingsmomenten leren bewoners elkaar kennen, stellen ze huisregels op en toetsen ze de wederzijdse verwachtingen af. Op die manier krijgt het samenwonen vorm.
Soms gaat de groepsbegeleiding verder na de beginfase om het samenleven langer te ondersteunen. Ook individuele begeleiding is mogelijk. Begeleiding wordt niet opgelegd, maar is flexibel en vraaggericht. De bedoeling van collectieve woonprojecten is dat bewoners hun autonomie zo veel mogelijk behouden.
Soms gaat de groepsbegeleiding verder na de beginfase om het samenleven langer te ondersteunen. Ook individuele begeleiding is mogelijk. Begeleiding wordt niet opgelegd, maar is flexibel en vraaggericht. De bedoeling van collectieve woonprojecten is dat bewoners hun autonomie zo veel mogelijk behouden.
Anders kijken naar huisvesting
Collectieve woonprojecten passen binnen een nieuwe manier van denken over wonen.
Veronica Pezzuti van expertisecentrum perspective.brussels benadrukt dat wonen meer is dan een dak boven je hoofd. “We moeten anders nadenken over de functie van woningen. Een woning is een plaats waar we werken, zorgen, relaties opbouwen, onszelf ontwikkelen. Er is zoveel emancipatie en zelfontplooiing mogelijk dankzij wonen.”
Collectieve woonprojecten kunnen linken leggen met hun buurt door het gebouw open te stellen voor anderen, bijvoorbeeld een polyvalente ruimte of tuin. “We denken nog te veel in hokjes van huisvesting of begeleiding.
Waarom kunnen we die zaken niet mixen? We hebben te weinig ruimte in Brussel, dus je moet wel functies mengen. Het project Casa Viva, waar een lokaal dienstencentrum op het gelijkvloers zit, is een goed voorbeeld. We moeten het wettelijk kader aanpassen om die mix van functies te stimuleren”, aldus nog Pezzuti.
Veronica Pezzuti van expertisecentrum perspective.brussels benadrukt dat wonen meer is dan een dak boven je hoofd. “We moeten anders nadenken over de functie van woningen. Een woning is een plaats waar we werken, zorgen, relaties opbouwen, onszelf ontwikkelen. Er is zoveel emancipatie en zelfontplooiing mogelijk dankzij wonen.”
Collectieve woonprojecten kunnen linken leggen met hun buurt door het gebouw open te stellen voor anderen, bijvoorbeeld een polyvalente ruimte of tuin. “We denken nog te veel in hokjes van huisvesting of begeleiding.
Waarom kunnen we die zaken niet mixen? We hebben te weinig ruimte in Brussel, dus je moet wel functies mengen. Het project Casa Viva, waar een lokaal dienstencentrum op het gelijkvloers zit, is een goed voorbeeld. We moeten het wettelijk kader aanpassen om die mix van functies te stimuleren”, aldus nog Pezzuti.
Fout gebouwd
Vastgoedontwikkelaars in Brussel investeren volop in nieuwe gebouwen, maar hanteren daarbij nog te veel de standaard van appartementen met twee slaapkamers. Er is nochtans een stijgende vraag naar appartementen met één of vier kamers, en naar alternatieve manieren van wonen zoals deze collectieve woonprojecten.
Bovendien wordt er veel gebouwd op de verkeerde plekken, waar appartementen duur zijn of waar mensen veraf wonen van belangrijke voorzieningen. Er wordt weinig nagedacht over de behoeften van de lokale bevolking. Meer reflectie bij het beleid over de typologie van woningen en de standaarden in stedenbouwkundige vergunningen is nodig.
Bovendien wordt er veel gebouwd op de verkeerde plekken, waar appartementen duur zijn of waar mensen veraf wonen van belangrijke voorzieningen. Er wordt weinig nagedacht over de behoeften van de lokale bevolking. Meer reflectie bij het beleid over de typologie van woningen en de standaarden in stedenbouwkundige vergunningen is nodig.
Bewoners van in het begin betrekken
Collectief wonen lijkt een ideaal plaatje, maar dat is het nog niet. Zo wordt er bij de ontwikkeling van collectieve woonprojecten nog te weinig rekening gehouden met de wensen van toekomstige bewoners. In een ideale situatie worden ze van bij het begin betrokken. Maar in dat prille stadium weet men niet altijd wie de bewoners zullen zijn.
Bovendien moet je goed nadenken over de financiering van de gemeenschappelijke ruimten van zo’n woonproject. De bewoners betalen huur voor hun appartement, studio of kamer. Die huurprijs wordt berekend op basis van het aantal vierkante meters die de ruimte telt, net als bij individuele sociale woningen. In die huurprijs worden de gemeenschappelijke ruimtes nooit meegerekend, maar ze moeten wel betaald worden. De vraag is vaak wie dan juist de kost van die ruimtes op zich neemt.
Bovendien moet je goed nadenken over de financiering van de gemeenschappelijke ruimten van zo’n woonproject. De bewoners betalen huur voor hun appartement, studio of kamer. Die huurprijs wordt berekend op basis van het aantal vierkante meters die de ruimte telt, net als bij individuele sociale woningen. In die huurprijs worden de gemeenschappelijke ruimtes nooit meegerekend, maar ze moeten wel betaald worden. De vraag is vaak wie dan juist de kost van die ruimtes op zich neemt.
Intensief samenleven is een keuze
Sommige bewoners zijn in de eerste plaats op zoek naar betaalbare en kwalitatieve huisvesting en hebben weinig nood aan het sociale aspect. Ze zeggen in het begin volmondig ja, met de verwachting dat ze het samenleven er wel bij zullen nemen.
Maar na een tijdje zwakt het af. Ze doen niet mee met de activiteiten en trekken zich terug. Je kan hen, eens ze de woning toegewezen kregen, niet verplichten om deel te nemen aan het collectieve leven. Vaak hebben ze een goed contact met hun buren, en daar blijft het bij.
Intensief samenleven, blijft een vrijwillige keuze. Het is bovenal een leerproces waarbij die individuele en collectieve begeleiding helpt om een wenselijke dynamiek te installeren. Zo kunnen meer mensen baat hebben bij de andere voordelen van collectief wonen.
Maar na een tijdje zwakt het af. Ze doen niet mee met de activiteiten en trekken zich terug. Je kan hen, eens ze de woning toegewezen kregen, niet verplichten om deel te nemen aan het collectieve leven. Vaak hebben ze een goed contact met hun buren, en daar blijft het bij.
Intensief samenleven, blijft een vrijwillige keuze. Het is bovenal een leerproces waarbij die individuele en collectieve begeleiding helpt om een wenselijke dynamiek te installeren. Zo kunnen meer mensen baat hebben bij de andere voordelen van collectief wonen.
Denk samen na over ruimtelijke verdeling
Verschillende generaties of doelgroepen laten samenwonen is dus mogelijk. Alleen moet je, zodra je doelgroepen mengt, wel goed nadenken over de ruimtelijke verdeling van de appartementen. Dat doe je bij voorkeur samen met de toekomstige bewoners.
In een recent project in Sint-Jans-Molenbeek werden appartementen met vier slaapkamers gebouwd bovenop kleine woningen met één kamer. De grote families leven boven de ouderen of alleenstaanden en er zijn veel klachten over lawaai. Daar had men vooraf beter over moeten nadenken.
Dit soort beperkingen en valkuilen moeten bekeken worden. Maar ze wegen niet op tegen de troeven van collectief samenwonen waar het leven in gemeenschap en solidariteit tussen bewoners centraal staan, iets wat niet altijd zo is in een eigen sociale of private woning.
In een recent project in Sint-Jans-Molenbeek werden appartementen met vier slaapkamers gebouwd bovenop kleine woningen met één kamer. De grote families leven boven de ouderen of alleenstaanden en er zijn veel klachten over lawaai. Daar had men vooraf beter over moeten nadenken.
Dit soort beperkingen en valkuilen moeten bekeken worden. Maar ze wegen niet op tegen de troeven van collectief samenwonen waar het leven in gemeenschap en solidariteit tussen bewoners centraal staan, iets wat niet altijd zo is in een eigen sociale of private woning.
Meer weten?
Het cahier ‘Brusselse collectieve woonprojecten met sociaal oogmerk’ van het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg schetst een beeld van de Brusselse wooncontext en laat initiatiefnemers en bewoners aan het woord. Het cahier sluit af met enkele reflecties en aanbevelingen voor het beleid, initiatiefnemers van toekomstige projecten en voor iedereen die voeling heeft met collectief wonen.