Blogs
BLOG | Biedt de coöperatie soelaas?
Geplaatst op
05/10/2022
Een blog van Luc Lampaert, medewerker Kenniscentrum WWZ.
Brusselse en Waalse vastgoedcoöperatieven bieden betaalbare en kwaliteitsvolle huisvesting voor specifieke doelgroepen.
Het hoeft geen betoog dat de sector dak- en thuislozen op dit ogenblik bijzonder zwaar getroffen wordt door de opeenvolgende crisissen. En we durven bijna niet te voorspellen wat er nog allemaal op ons afkomt. Het wordt voor de samenleving steeds duidelijker dat vermogensongelijkheid met ongekende snelheid en omvang toeneemt, en dat de markteconomie zoals we die voorheen kenden, de minst bedeelden het hardst treft.
De gevolgen hiervan zijn stilaan zichtbaar en er is een collectief bewustzijn dat het anders moet. Klimaat, migratie, energie bezorgen ons kopzorgen. Tijdens de eerste inperkingsperiode van corona hoorde je de verzuchtingen om dit moment aan te grijpen voor de noodzakelijke veranderingen in het systeem, teneinde de grote en gekende problemen kordaat
aan te pakken. We weten met zijn allen ondertussen dat het vooral business as usual geworden is.
Willen we echt die omslag maken, in het bijzonder voor de medeburgers onderaan de socio-economische ladder, dan lijken de opties beperkt. We kunnen ons ongenoegen uiten en verspreiden, we kunnen op straat komen om hiertegen te betogen, we kunnen de druk op het beleid opvoeren en hopen dat zij de juiste beslissingen nemen en waken over de uitsluitingsmechanismes die mensen in armoede duwen of houden.
Dat de sector dak- en thuisloosheid stilaan de moed verliest, is niet verwonderlijk. Woningen (kwaliteitsvol en op maat van de bewoners) worden schaars en vooral de betaalbaarheid neemt problematische proporties aan. Wereldwijd wordt het probleem explicieter en de politiek lijkt het te ontbreken aan een heus plan van aanpak om dak- en thuisloosheid de wereld uit te helpen. Zelf een grondwet waarin het recht op degelijk huisvesting (artikel 23) staat, kan helaas niet garanderen dat dit grondrecht er voor iedereen en onvoorwaardelijk is. We kunnen hopen dat op termijn het beleid hun grieven aanhoort en meewerkt aan een oplossing. Maar dit vergt veel tijd, geduld, en vooral hoop.
Dat middenveld met o.a. de sector dak- en thuislozen, maar eveneens actoren in huisvesting en welzijn, zijn er zich vandaag meer dan ooit van bewust dat zij de kracht hebben om verandering in gang te zetten en te bestendigen tot projecten en realisaties die wezenlijk bijdragen aan de oplossingen waarnaar we allemaal hunkeren. Dit is een veel efficiëntere manier om die omslag te bewerkstellen; namelijk door met de ingrediënten van diezelfde markt een systeem op te zetten dat naast het andere kan functioneren, en alsnog erin slaagt een wezenlijk verschil op gang te brengen en de fouten van het klassieke systeem weet te corrigeren. Het zijn niet toevallig coöperaties, zoals Fair Ground Brussels, Cohala en Les Tournières die het voorbeeld tonen.
Om dat te duiden, verwijs ik graag naar twee personen die dat veel beter kunnen benoemen.
De gevolgen hiervan zijn stilaan zichtbaar en er is een collectief bewustzijn dat het anders moet. Klimaat, migratie, energie bezorgen ons kopzorgen. Tijdens de eerste inperkingsperiode van corona hoorde je de verzuchtingen om dit moment aan te grijpen voor de noodzakelijke veranderingen in het systeem, teneinde de grote en gekende problemen kordaat
aan te pakken. We weten met zijn allen ondertussen dat het vooral business as usual geworden is.
Willen we echt die omslag maken, in het bijzonder voor de medeburgers onderaan de socio-economische ladder, dan lijken de opties beperkt. We kunnen ons ongenoegen uiten en verspreiden, we kunnen op straat komen om hiertegen te betogen, we kunnen de druk op het beleid opvoeren en hopen dat zij de juiste beslissingen nemen en waken over de uitsluitingsmechanismes die mensen in armoede duwen of houden.
Dat de sector dak- en thuisloosheid stilaan de moed verliest, is niet verwonderlijk. Woningen (kwaliteitsvol en op maat van de bewoners) worden schaars en vooral de betaalbaarheid neemt problematische proporties aan. Wereldwijd wordt het probleem explicieter en de politiek lijkt het te ontbreken aan een heus plan van aanpak om dak- en thuisloosheid de wereld uit te helpen. Zelf een grondwet waarin het recht op degelijk huisvesting (artikel 23) staat, kan helaas niet garanderen dat dit grondrecht er voor iedereen en onvoorwaardelijk is. We kunnen hopen dat op termijn het beleid hun grieven aanhoort en meewerkt aan een oplossing. Maar dit vergt veel tijd, geduld, en vooral hoop.
Dat middenveld met o.a. de sector dak- en thuislozen, maar eveneens actoren in huisvesting en welzijn, zijn er zich vandaag meer dan ooit van bewust dat zij de kracht hebben om verandering in gang te zetten en te bestendigen tot projecten en realisaties die wezenlijk bijdragen aan de oplossingen waarnaar we allemaal hunkeren. Dit is een veel efficiëntere manier om die omslag te bewerkstellen; namelijk door met de ingrediënten van diezelfde markt een systeem op te zetten dat naast het andere kan functioneren, en alsnog erin slaagt een wezenlijk verschil op gang te brengen en de fouten van het klassieke systeem weet te corrigeren. Het zijn niet toevallig coöperaties, zoals Fair Ground Brussels, Cohala en Les Tournières die het voorbeeld tonen.
Om dat te duiden, verwijs ik graag naar twee personen die dat veel beter kunnen benoemen.
Bas van Bavel & Thomas Rau
De eerste is Bas van Bavel, een Nederlandse hoogleraar sociale en economische geschiedenis. In zijn discours verwijst hij uitdrukkelijk naar de coöperaties waarin alle politieke strekkingen hun gading vinden, net omdat het model toelaat om uiteenlopende belangen te dienen met het hogere voornemen om te ijveren voor een rechtvaardige wereld. Vermogensongelijkheid, markteconomie en politieke macht vormen hiervoor de grootste bedreiging. Alles wat de mensheid realiseert en rijkdom (in de letterlijke zin) die het brengt, is het resultaat van het samenbrengen van grond (grondstoffen), arbeid en kapitaal (individueel vermogen, centen).
Net het zorgvuldig samenbrengen en laten samenwerken van deze drie componenten, is de kracht van de coöperaties. Hiermee kunnen we reageren tegen het eenzijdige marktdenken waarbij de enige bekommernis zover ontspoord is dat het enkel winst genereert voor zij die er veel kapitaal in injecteren, en het er vervolgens weer uit willen halen.
Een tweede is Thomas Rau, een Duits ondernemer, architect, inspirator en visionair. Tijdens zijn voordracht, in het kader van de Horizon 2050 lezingen van CERA, benadrukte hij dat onze economie enerzijds een uitputtingsslag voert op de beperkt beschikbare grondstoffen, en anderzijds hoe nefast de bewuste scheiding van macht en verantwoordelijk sinds het neoliberalisme ons vooral opzadelen met heel veel afval. In zijn pleidooi van bezit naar gebruik, verwijst hij nadrukkelijk naar de potenties van het coöperatieve model, zonder expliciet de wooncoöperatieven te benoemen. Want coöperaties zijn de enige bedrijfsvorm die macht en verantwoordelijkheid (opnieuw) samenbrengen.
De drie hoger genoemde coöperaties, zijn elk op hun eigen wijze en historiek hiermee bezig. Ze hebben er bewust voor gekozen om niet langer aan de zijlijn te blijven staan en te jammeren hoe fout sommige zaken lopen. Door de bundeling van krachten en het samenbrengen van die drie wezenlijke componenten; grond, arbeid en kapitaal, brengen ze een nieuw en positief verhaal.
Ze schuwen hun verantwoordelijkheid niet en delen graag de macht. Zodoende laten ze duidelijk zien dat er oplossingen bestaan en dat ze in alle bescheidenheid bijdragen aan een eerlijke en rechtvaardige samenleving, in bijzonder voor zij die het op alle vlakken minder gemakkelijk hadden, hebben en gaandeweg beter kunnen hebben.
Wooncoöperaties hebben de wind in de zeilen. Het lijkt me belangrijk om toch te duiden dat er twee zeer uitgesproken vormen bestaan, die elkaar niet in de weg staan, maar toch een wezenlijk verschil in zich hebben. Beiden zijn volwaardige wooncoöperatie en laten tevens hybride vormen toe.
De burgercoöperatie
Een eerste vorm is de burgercoöperatie, die we eveneens zien in andere domeinen. Hier verenigen burgers zich om hun individuele nood collectief te lenigen. Heel concreet gaat het over burgers die tussen het koop- en huurmodel een derde weg zien die de voordelen van beide modellen weet te verzoenen, zonder de nadelen. In Vlaanderen kent iedereen ondertussen Wooncoop, dat hiervan een mooi voorbeeld is.
De vastgoedcoöperatie
Een tweede vorm van wooncoöperatie is de vastgoedcoöperatie, waarbij één of meerdere actoren uit de sociale sector, vaak aangevuld met woonactoren, zich verenigen om voor een vooropgesteld doelpubliek betaalbare en kwalitatieve huisvesting aan te bieden naast de bestaande sociale woonactoren (zijnde de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren). Deze laatste zijn trouwens recent samen gesmolten tot woonmaatschappijen. Momenteel zijn ze nog zoekende naar hun mandaat en taken. Voor alle duidelijkheid: de vastgoedcoöperatie gaat niet in concurrentie met de woonmaatschappijen, maar zoekt naar een manier om aanvullend te zijn. In Vlaanderen is o.a. het Netwerk Coöperatief Wonen, opgericht in 2021, hiervan een eerste voorbeeld.
Een blog van Luc Lampaert,
medewerker Kenniscentrum WWZ.
Luc is mede-initiator en begeleider van collectieve woonzorgprojecten in Brussel. Hij houdt de vinger aan de pols in Brussel aangaande collectieve projecten en weet als geen ander waar de beperkingen en opportuniteiten liggen.